SPREKEN TIJDENS DE KHUTBAH

Het spreken tijdens de Khutbah

Vertaald door: Team Moslima.nl
Uit: Mukmin.com


Khutbah betekent letterlijk toespraak of preek. In de Islam wordt de religieuze preek bedoeld, die op vrijdag in de moskee wordt gegeven, voordat het gezamenlijk gebed wordt verricht.
De vrijdag khutbah richt zich op onze binding met God (de Almachtige, de Verhevene), met de belangrijkste doelstelling om moslims te inspireren en te motiveren om het goede te promoten en om het slechte te verbieden.

De meeste Islamitische geleerden zijn het er over eens dat men verplicht is om stil te zijn tijdens de khutbah, geen opmerkingen maken, zelfs niet om iemand opdracht te geven om iets goeds te doen of om iemand te stoppen iets verkeerds te doen.

Ibn Abbas vermeldt dat de profeet (vrede zij met hem) zei:
"Voor degene die spreekt tijdens Juma’ah (bijeenkomst in de Moskee op vrijdag) terwijl de imam de khutbah preekt, is als een ezel die boeken draagt, en voor degene die hem zegt stil te zijn, is er geen beloning voor de Juma’ah". (Ahmad en at-Tabarani)

Een andere overlevering van Ahmad:
Terwijl de profeet (vrede zij met hem) op de preekstoel (minbar) stond, reciteerde hij een vers. Abu Darda, die naast Ubayy ibn Ka’ab zat, vroeg aan de eerste, wanneer het vers was geopenbaard. Ubayy ibn Ka’ab weigerde te antwoorden totdat de profeet (vrede zij met hem) van de preekstoel af kwam, en hij zei toen dat Abu Darda niets verdiend had van de vrijdagbijeenkomst behalve zijn zinloze gepraat. Abu Darda ging naar de profeet (vrede zij met hem) om hem te informeren over dat incident, de profeet (vrede zij met hem) zei dat wanneer een persoon naar een imam luistert, hij stil moet zijn totdat de imam zijn verhaal heeft beëindigd.

Wanneer we de vrijdaggebeden in de moskee bijwonen, moeten we altijd respectvol handelen naar de Islam en stil zijn wanneer de imam de khutbah leest. Door dit te doen, zal God (de Almachtige, de Verhevene) onze zonden vergeven tussen die vrijdag en de volgende. De profeet (vrede zij met hem) zei: "De persoon die een bad neemt (zich reinigt) en dan naar het vrijdag gebed komt, zijn verplichte gebeden verricht, dan stil is totdat de imam zijn dienst beëindigd en dan samen met hem bidt. Van hem zullen de zonden tussen die vrijdag en de volgende worden vergeven. En zelfs voor drie dagen meer. (Moslim, Abu-Dawood. Ibn Majah en Ahmad)